In Nederland worden jaarlijks duizenden kinderen prematuur geboren, dat wil zeggen te vroeg tussen 24-37 weken zwangerschapsduur. Zeer prematuur geboren kinderen die tussen 24-30 weken worden geboren moeten na de geboorte worden opgenomen op een neonatale intensive care unit (NICU). Het aantal prematuur geboren kinderen dat overleeft vertoont de laatste decennia een sterke stijging door verbeterende behandeltechnieken. Ondanks deze verbeteringen blijven deze kinderen erg kwetsbaar.
Tijdens de opname op de NICU worden zowel kinderen als ouders blootgesteld aan enorme hoeveelheden stress. Bijvoorbeeld door pijnlijke handelingen en ziekte bij de baby en de angst om hun kind te verliezen bij de ouder. Om de mate van stress en de impact in kaart te brengen is
de HIPPO studie (Happiness for Improvement of Premature and Parental Outcome) in Nederland gestart. Op de NICU zijn, tijdens de opname, gegevens verzameld van ruim 400 kinderen die geboren zijn met een zwangerschapsduur korter dan 29 weken. Het gaat om medische en psychologische gegevens over stress bij het kind en ouders.
Dit
HIPPO 2 jaar Follow-Up project is bedoeld als vervolg hierop en onderzoekt de effecten van deze stress op het mentaal functioneren van ouders (denk aan de ontwikkeling van PTSS en angst/depressie klachten) gedurende de 2 jaar na de vroeggeboorte en op de ontwikkeling van het kind (bijvoorbeeld intellectueel functioneren en gedrag). Alle HIPPO kinderen worden op de gecorrigeerde leeftijd van 2 jaar teruggezien op de follow-up poliklinieken van de academische ziekenhuizen waar zij opgenomen zijn geweest.
Het doel wordt bereikt door het uitvoeren van de volgende activiteiten:
- Onderzoeken hoeveel ouders en kinderen tot 2 jaar na opname veel psychologische of ontwikkelingsgerichte klachten hebben op basis van in HIPPO verzamelde data.
- Landelijk verzamelen van de ontwikkelingsonderzoeken en uitkomsten van het kind (intellectueel en lichamelijk functioneren, gedrag, motoriek, neurologie en prikkelverwerking) op de leeftijd van 2 jaar.
- Landelijk verzamelen van gegevens over ouderlijke stress en mentale klachten bij ouders op de leeftijd van 2 jaar.
- Focusgroepen met ouders om in kaart te brengen wat er in de eerste periode belangrijke onderwerpen en moeilijke momenten zijn die tot verhoogde stress geleid hebben.
- Koppelen van deze 2 jaar follow-up gegevens aan de medische en opname gegevens van het kind en ouderlijke stress en mentaal functioneren van ouders verzameld op 6 en 12 maanden na de vroeggeboorte.
De vacante positie omvat onder andere de volgende taken:
- Intensief contact onderhouden met neonatologen, psychologen en fysiotherapeuten van de landelijke werkgroep neonatologie follow-up die de follow-up in de academische ziekenhuizen uitvoeren zodat de kinderen terug worden gezien op de poliklinieken.
- Zo nodig de follow-up centra in de academische ziekenhuizen bezoeken voor overleg, samenwerking en data invoer.
- Contact met ouders voorafgaand en tijdens het polibezoek van de kinderen uit het Amsterdam UMC t.b.v. dit project.
- Implementatie van het KLIK PROM portaal (daarmee worden de vragenlijsten afgenomen) in de academische ziekenhuizen t.b.v. verzameling gegevens over ouderlijke stress, mentaal functioneren ouders en uitkomsten kind.
- Organiseren van de focusgroepen in samenwerking met o.a. de ouderorganisatie van couveusekinderen.
- Opzetten van de database en zorgdragen dat de verzamelde gegevens worden bijgehouden en ingevoerd.
- Analyseren van gegevens over ouderlijke stress en psychologische functioneren ouders op 6 en 12 maanden.
- Schrijven en publiceren van wetenschappelijke artikelen gedurende de looptijd van het project.
De HIPPO 2 jaar Follow-Up studie wordt uitgevoerd in samenwerking met het HIPPO consortium, de werkgroepen Landelijke Neonatale Follow-up, Landelijke Neonatale Registratie en Care4Neo. Als promovendus onderhoudt je de contacten met deze werkgroepen.