Wetenschappelijke informatie speelt een belangrijke rol in veel beslissingen die mensen in het dagelijks leven moeten nemen. Wil ik mij laten vaccineren tegen COVID-19? Is het genetisch modificeren van voedsel een goed idee? Wat kan ik doen om mijn steentje bij te dragen aan het beperken van klimaatverandering?
De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de manier waarop wetenschap en maatschappij op effectieve wijze met elkaar in gesprek kunnen gaan over dit soort ingewikkelde thema’s. Dit promotietraject benadert deze vraag vanuit een taal- en communicatieperspectief door in te zoomen op het gebruik en de effecten van metaforen in wetenschapscommunicatie, met een focus op wetenschapsjournalistiek.
ProjectinformatieIn publieke communicatie over wetenschap wordt veelvuldig gebruikgemaakt van metaforiek. Denk bijvoorbeeld aan de
race tegen klimaatverandering, de
strijd tegen kanker of de beschrijving van quantumfysica als
spookachtig. Metaforen stellen wetenschapscommunicatoren in staat om ingewikkelde en abstracte kwesties op een eenvoudigere en concretere manier te verwoorden. Dat kan allerlei positieve effecten sorteren: metaforen kunnen bijvoorbeeld wetenschappelijke concepten verduidelijken, enthousiasme opwekken en eraan bijdragen dat mensen beter geïnformeerde beslissingen te nemen over wetenschapsgerelateerde maatschappelijke kwesties. Het gebruik van metaforen is echter niet zonder risico’s. Zo is de reikwijdte van een metafoor altijd beperkt, kan een metafoor een te simplistisch beeld van de werkelijkheid geven, en zijn er ethische zorgen over de geschiktheid van bepaalde metaforen. Bovendien gebruiken mensen in hun dagelijks leven ook hun eigen metaforen om over wetenschapsgerelateerde kwesties te communiceren. De vraag is in hoeverre de metaforen van wetenschapscommunicatoren en die van het publiek bij elkaar aansluiten.
Tot op heden ontbreekt het aan diepgaand onderzoek naar de rol van metaforen in wetenschapscommunicatie. Dit is opmerkelijk, zeker gezien de huidige wetenschappelijke én maatschappelijke discussies over desinformatie, framing en nepnieuws, en de rol van taal daarin. Het doel van dit promotieproject is daarom om op basis van deelstudies naar
producten,
producenten en
publieken van wetenschapscommunicatie te komen tot een empirisch onderbouwde theorie voor effectief metafoorgebruik in wetenschapscommunicatie/-journalistiek.
Dit project zal worden begeleid door dr. Gudrun Reijnierse, dr. Tim Groot Kormelink, dr. Elliott Hoey en prof. dr. Hedwig te Molder.
Jouw taken - je doet onderzoek naar het onderwerp van het project, resulterend in een proefschrift en wetenschappelijke publicaties
- je neemt deel aan de onderzoeksactiviteiten van het departement Taal, Literatuur en Communicatie en de leerstoelgroep Taal en Communicatie, alsmede aan nationale en internationale bijeenkomsten
- je levert een bijdrage aan het onderwijs van de leerstoelgroep Taal en Communicatie (max. 10% van je tijd)
- je neemt deel aan het VU PhD-opleidingsprogramma en het opleidingsprogramma van een relevante landelijke onderzoekschool, bijvoorbeeld de Landelijke Onderzoekschool Taalwetenschap