De bijzondere leerstoel onderwijsrecht wordt gefinancierd door de Stichting Katholieke School (SKS). SKS bevordert, onder meer, de instelling en instandhouding van leerstoelen Onderwijsrecht aan de juridische faculteiten van Tilburg University (Tilburg Law School) en de Radboud Universiteit.

Onderzoek en onderwijs op het gebied van het onderwijsrecht als onderdeel van de bestudering van het constitutionele recht heeft een lange en sterke traditie in Tilburg. Deze traditie wordt onder meer gekenmerkt door een sterke focus op de grote vraagstukken op het terrein van het publiekrecht en het openbaar bestuur die op een interdisciplinaire wijze worden bestudeerd, op rechtsvergelijking en op grondslagenonderzoek. Speerpunten in dit onderzoek vormen voor de komende jaren de sectorplannen ´Methods of judicial lawmaking in the global legal order´ en ´Constitutionalizing the Anthropocene´. Mede daarop voortbouwend is het onderzoek binnen PLG geconcentreerd in het signatureplan ´Global Law and Governance´. Dit sectorplan- en signatureplanonderzoek heeft gemeenschappelijk dat het focust op de spanningen die ontstaan tussen het lokale, het nationale en het globale niveau en die zich manifesteren in de transformatie van het publieke karakter van het publiekrecht en bestuur.

Het onderwijs en onderzoek op het rechtsgebied van het Onderwijsrecht sluit hierop uitstekend aan. Het vakgebied is volop in beweging, zowel nationaal, Europees als internationaal. Op nationaal niveau speelt art. 23 Grondwet, waarin de vrijheid van onderwijs en het dualistische onderwijsbestel zijn verankerd, een belangrijke rol in onderwijsrechtelijke vraagstukken. Tegelijkertijd staat het artikel onder druk. Zeer recent is het richting begrip vrijgegeven. De wetgever wil bovendien een meer inhoudelijke invulling van burgerschapsvorming. Het toelatingsbeleid van leerlingen en het aanstellingsbeleid van leerkrachten staan ter discussie. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 pleitten diverse politieke partijen voor aanpassing van art. 23 Grondwet. Tegelijkertijd is er een roep om meer vrijheid voor leerkrachten en scholen om het onderwijs op eigen wijze in te vullen. De Onderwijsinspectie heeft haar toetsingskader daarop aangepast. Het (nationale) onderwijsrecht omvat daarmee een juridische benadering op meerdere niveaus: de constitutioneel-rechtelijke grondslag; het overheidsbestuur en de wetgeving; de positie van de actoren (schoolbesturen, ouders en leerlingen, overheid). Het onderwijsrecht raakt ook aan meta-juridische onderwerpen, zoals de verhouding tussen individuele en groepsrechten, de ruimte die er in de samenleving kan zijn voor levensbeschouwing en de scheiding van kerk en staat (pluralisme of laïcisme).

Europeesrechtelijk en internationaalrechtelijk staan niet zozeer de onderwijsaanbieders, maar veel meer de onderwijsvragers centraal. Verdragen, onder meer van de VN en van de Raad van Europa, benadrukken veelal het recht op onderwijs, als een belangrijk aspect van de rechten van het kind. Het is de vraag hoe de vraaggerichte verdragsbepalingen zich verhouden tot de aanbodgerichte bepalingen van nationaal recht. Europeesrechtelijk is bijvoorbeeld het vrije verkeer van studenten relevant. Daarbij is het de vraag of supranationale normen een rol (mogen) spelen bij nationale regeling en bestuur van het onderwijs, met andere woorden: wat is, mede in het licht van het subsidiariteitsbeginsel de rol van de Europese Unie ten aanzien van onderwijs?

Het rechtsgebied van het onderwijsrecht, zo volgt hieruit, is uit haar aard interdisciplinair. Hoewel het rechtsgebied in de kern publiekrechtelijk is en voornamelijk het staatsrecht en het bestuursrecht omvat, is vanwege de organisatie van het bijzonder onderwijs ook het privaatrecht relevant. Het internationale en Europese recht spelen een steeds belangrijkere rol in het onderwijsrecht. Daarnaast zijn onderwijskundige, onderwijs-sociologische en onderwijs-economische inzichten van belang voor de ontwikkeling van het onderwijsrecht. De beoefening van het onderwijsrecht vergt een principiële en een praktische gerichtheid: onderwijsrechtelijke vraagstukken gaan niet alleen om de vrijheid van onderwijs als constitutioneel-rechtelijk beginsel, maar ook om de praktische toepassing van juridische normen voor schoolbesturen of leerlingen. De beoefening van dit rechtsgebied omvat bovendien algemene kennis van het onderwijsrecht én specialistische kennis, bijvoorbeeld met betrekking tot de leerplicht, de bekostiging, decentralisatie, toezicht en handhaving, etc.

Onderwijsrecht is in de rechtspraktijk van groot belang, maar aan de Nederlandse universiteiten een relatief klein vakgebied. De hoogleraren onderwijsrecht (Tilburg University, Radboud Universiteit, Vrije Universiteit en Erasmus Universiteit Rotterdam, in totaal 0,9 fte), werken daarom nauw samen in het Nederlands Centrum voor Onderwijsrecht (NCOR).

Tilburg University is van mening dat academische excellentie wordt bereikt door de combinatie van excellent onderzoek en onderwijs, waarbij maatschappelijke impact wordt bereikt door het delen van kennis. Daarbij erkennen we dat excellentie niet alleen wordt bereikt door individuele prestaties, maar vooral door teaminspanningen waarbij elk teamlid optreedt als een leider die mensen met elkaar verbindt. 

• De bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht aan Tilburg Law School beschikt over uitstekende onderzoekskwaliteiten, die blijken uit een academisch proefschrift en relevante publicaties op het gebied van het onderwijsrecht. Bij voorkeur betreffen deze publicaties mede het Europees en internationaal onderwijsrecht. Hij/zij participeert in een van de door het departement Public Law and Governance geïnitieerde interdisciplinaire onderzoeksprogramma’s van Tilburg Law School.
• De bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht heeft ervaring met de begeleiding van (promotie)onderzoek. Hij/zij heeft bovendien een track record voor wat betreft de verwerving van tweede- en derde geldstroomonderzoek. De bijzonder hoogleraar verwerft financiën voor onderzoek, in het bijzonder voor promotieonderzoek. Hij/zij begeleidt dat onderzoek.
• De bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht is een uitstekend docent. Zijn onderwijskwaliteiten blijken onder meer uit studentevaluaties. Hij/zij geeft het master vak Onderwijsrecht vorm en verzorgt onderwijs in dit vak.
• De bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht heeft ervaring met contractonderzoek en contractonderwijs. Hij/zij is bereid contractonderzoek en -onderwijs te initiëren en te verzorgen.
• De bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht participeert in het NCOR. Hij/zij beschikt over goede organisatorische en bestuurlijke vaardigheden om het NCOR verder vorm te geven. 
• De bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht is bovendien bereid om in SKS te participeren. Hij/zij onderhoudt een netwerk met onderwijsinstellingen, -organisaties en sleutelfiguren binnen het domein onderwijs.

Dienstverband voor bepaalde tijd: 5 jaar.

Tilburg University biedt uitstekende arbeidsvoorwaarden met aandacht voor flexibiliteit en (persoonlijke) ontwikkeling. We maken heldere afspraken over loopbaanpaden en bieden allerlei faciliteiten en regelingen om een optimale balans tussen werk en privé te behouden. Tilburg University bevordert diversiteit en inclusie; daarom voeren we een actief beleid voor inclusieve teams waar diverse talenten kunnen floreren.

Het bruto salaris varieert tussen € 5.843 - € 8.508 bruto per maand (full time) op basis van schaal H2 van de CAO Nederlandse Universiteiten. Tilburg University bevordert actief gelijke en transparante salarissen tussen mannen en vrouwen door het strikt toepassen van vooraf vastgestelde parameters op basis van de ervaring van de kandidaat. Werknemers die uit het buitenland worden aangeworven kunnen in aanmerking komen voor de 30%-regeling. Dit betekent dat 30% van het salaris wordt betaald als een belastingvrije vergoeding.

Tilburg University biedt u een arbeidsovereenkomst aan voor een periode van 5 jaar en 0,2 fte (8 uur per week). 

U heeft recht op een vakantietoeslag van 8% en een eindejaarsuitkering van 8,3% van uw bruto jaarinkomen. Als u 40 uur per week werkt, ontvangt u 41 vakantiedagen per jaar.

Kijk op werken bij Tilburg University voor meer informatie over onze arbeidsvoorwaarden. 

Tilburg University

Het motto van Tilburg University is 'Understanding Society'. Vanuit die visie doen onze ruim 1.500 medewerkers onderzoek, inspireren ze ruim 19.000 studenten van 110 nationaliteiten en brengen mensen uit verschillende vakgebieden en organisaties samen om te leren van elkaar. Zo willen we bijdragen aan het oplossen van complexe maatschappelijke vraagstukken. Hierbij werken we vanuit de economie, bedrijfswetenschappen en ondernemerschap, sociale en gedragswetenschappen, recht en bestuurskunde, geestes- en digitale wetenschappen en theologie. We zoeken de verbinding tussen de verschillende vakgebieden om oplossingen te vinden voor de grote vraagstukken waar we als samenleving mee te maken hebben. Onze studenten worden opgeleid tot verantwoordelijke en ondernemende denkers, gedreven door solidariteit, verantwoordelijkheidsgevoel en inlevingsvermogen, die in staat zijn op een innovatieve manier invloed uit te oefenen en richting te geven aan een snel veranderende samenleving. Tilburg University heeft een cultuur van samenwerking en co-creatie, op lokaal, regionaal, nationaal en internationaal niveau.

Department of Public Law & Governance (PLG)

Het Department of Public Law & Governance (PLG) is een unieke samenwerking van onderzoekers op het gebied van: Internationaal recht, Europees recht, Constitutioneel recht, Bestuursrecht, Milieurecht, Openbaar bestuur, Rechtsfilosofie, Politieke wetenschappen, Rechtsgeschiedenis en Rechtspraak. De samenwerking binnen het departement is sterk geïnspireerd op gezamenlijke onderzoeksinteresse.