Projectachtergrond

Brandganzen zijn in de afgelopen halve eeuw sterk toegenomen tot ruim een miljoen exemplaren. Daarmee veroorzaken ze in toenemende mate conflicten met de landbouw. Momenteel is er een internationaal adaptief beheersplan in de maak dat het beheer van brandganzen op trekbaan-niveau moet regelen, naar voorbeeld van het internationale plan voor de kleine rietgans. Om de schade binnen de perken te houden wordt het opvangbeleid voor ganzen opnieuw ingericht. Er worden foerageergebieden gecreëerd, waarbinnen de ganzen met rust worden gelaten. Daarbuiten worden beperkende maatregelen voor het schieten van ganzen afgeschaft in de verwachting dat dit het afschot zal vergroten. De bedoeling is dat de ganzen naar de foerageergebieden worden verjaagd. Indien dit niet of onvoldoende lukt, kan een onbedoeld neveneffect zijn dat de ganzen meer worden verstoord en hun extra vliegtijd gaan compenseren door meer te gaan eten. In dit project wordt gekeken naar de gevolgen van het beleid op het gedrag en de conditie van de ganzen en de daaruit voortvloeiende schade. 

Het project maakt deel uit van een overkoepelend project dat door de provincies, BIJ12-Faunafonds en EZ wordt betaald. Dit overkoepelende project is een samenwerking van Sovon, NIOO-KNAW, Vogeltrekstation en Alterra/WER.

Projectbeschrijving

In dit project willen we de omvang en aard van schade door brandganzen relateren aan de benutting van (foerageer)gebieden door brandganzen. Het slagen van een dergelijke analyse is afhankelijk van de manier waarop getaxeerde schade kan worden gerelateerd aan aantallen brandganzen in een afgebakend gebied. Om de relatie tussen ganzenbezoek en schade nader te onderzoeken wordt gebruik gemaakt van ‘tracks’ van met GPS zenders- en loggers uitgeruste brandganzen, op basis waarvan het exacte bezoek op perceelsniveau kan worden berekend. Op deze wijze willen we ook de werking van ganzenfoerageergebieden en de respons van ganzen op verjaag-activiteiten onderzoeken. Daartoe worden groepen ganzen experimenteel ("moedwillig") verstoord om na te gaan hoe de vogels reageren op verschillende mate van verstoring. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van ervaringen in het momenteel lopende onderzoek aan het gebruik van laser.

Een creatieve, enthousiaste en ambitieuze onderzoeker, met een MSc of equivalente graad in Ecologie of gerelateerde discipline, die beschikt over:

• ervaring met veldwerk
• bij voorkeur ervaring met het hanteren van vogels (art. 9 WoD)
• analytische vaardigheden (R, GIS)
• communicatieve vaardigheden
• gebleken ervaring met schrijven (in zowel Nederlands als Engels)

Dienstverband voor bepaalde tijd: in eerste instantie voor 1 jaar. Bij goed functioneren bestaat de mogelijkheid tot verlengen tot maximaal 4 jaar in totaal.

Wij bieden

• Een tijdelijke aanstelling, in eerste instantie voor 1 jaar. Bij goed functioneren bestaat de mogelijkheid tot verlengen tot maximaal 4 jaar in totaal
• Een bruto salaris van € 2.222,- per maand in het eerste jaar, met een maximum van € 2.840,- per maand in het vierde jaar, schaal P, conform CAO Nederlandse Universiteiten, plus 8% vakantiegeld en een einde jaar bonus
• Aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden

Registratie in het doctorale training programma van de PE&RC graduate school: https://www.pe-rc.nl/

Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) is een top onderzoeksinstituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, met als opdracht het verrichten van excellent fundamenteel en strategisch ecologisch onderzoek. Het NIOO is sinds januari 2011 gehuisvest in een nieuw gebouw bij de campus van de Wageningen Universiteit heeft state-of-the-art laboratoria en onderzoeksfaciliteiten.

https://nioo.knaw.nl/nl

Dierecologie

De afdeling Dierecologie doet evolutionair ecologisch onderzoek naar de life history van dieren, voornamelijk vogels, waar bij veldonderzoek en onderzoek aan dieren onder gecontroleerde omstandigheden gecombineerd wordt.

https://nioo.knaw.nl/nl/afdelingen/afdeling-dierecologie